Mijn kind start als studentzelfstandige - wat moet ik weten?

Mijn kind start als studentzelfstandige – wat moet ik weten?

Als ouder krijg je een belastingvoordeel wanneer je een kind of kinderen ten laste hebt, je belastingvrije som wordt namelijk verhoogd. Dit wil zeggen dat een groter deel van jouw inkomen niet belast zal worden en jouw verschuldigde belasting dus wordt verlaagd. Het feit dat je kind zou beginnen als student-zelfstandige kan een impact hebben op het verkrijgen van het belastingvoordeel. Er zijn een aantal voorwaarden waaraan voldaan moet zijn om ten laste te blijven.  

Wat houdt het statuut van student-zelfstandige juist in?

Wil je kind graag student en zelfstandig zijn, dan kan dit via het statuut student-zelfstandige. Er gelden enkele voorwaarden:

Je kind moet minimum 18 jaar zijn en mag niet ouder zijn dan 25 jaar.

Je kind moet ingeschreven zijn om regelmatig lessen te volgen in een Belgische of buitenlandse onderwijsinstelling om een diploma, attest, getuigschrift, creditbewijs of certificaat te behalen.

Je kind is ingeschreven voor ten minste 27 studiepunten per academiejaar of ten minste 17 lesuren per week.

Je kind oefent een zelfstandige activiteit uit.

Meer uitleg kan je vinden in deze blog.

Wanneer is je kind ten laste?

Er zijn een aantal voorwaarden waaraan je kind moet voldoen, zodat hij/ zij ten laste blijft.

Je kind moet deel uitmaken van jouw gezin op 1 januari van het aanslagjaar.

De nettobestaansmiddelen van je kind mogen niet meer bedragen dan een bepaald bedrag.

Je kind mag geen bezoldigingen ontvangen die jij als ouder inbrengt als beroepskosten.

Je kind mag als student-zelfstandige geen bezoldigingen van bedrijfsleiders verkrijgen.

Je kind moet deel uitmaken van jouw gezin op 1 januari van het aanslagjaar.

Je kind moet daadwerkelijk met jou samenwonen op 1 januari van het aanslagjaar.

Als je kind tijdelijk niet meer bij jou woont, bijvoorbeeld je kind verblijft doorheen de week op een studentenkot, dan wordt je kind nog altijd beschouwd als een deel van jouw gezin en blijft je kind ten laste.

De nettobestaansmiddelen van je kind mogen niet meer bedragen dan een bepaald bedrag.

Als je kind het statuut student-zelfstandige heeft, dan mag je kind niet meer verdienen per jaar dan het maximum bedrag. Dat bedrag is afhankelijk van jouw fiscale situatie.

Word je samen belast met jouw echtgeno(o)t(e) of wettelijk samenwonende partner dan bedraagt het maximum bedrag aan nettobestaansmiddelen € 3.980 (geïndexeerd bedrag aanslagjaar 2025, inkomsten jaar 2024).

Word je alleen belast en jouw kind wordt fiscaal niet als gehandicapt beschouwd dan bedraagt het maximum bedrag aan nettobestaansmiddelen € 7.290 (geïndexeerd bedrag aanslagjaar 2025, inkomsten jaar 2024).

Word je alleen belast en jouw kind wordt fiscaal als gehandicapt beschouwd dan bedraagt het maximum bedrag aan nettobestaansmiddelen € 7.290 (geïndexeerd bedrag aanslagjaar 2025, inkomsten jaar 2024).

Indien jouw kind werkt als student-zelfstandige, dan worden alle inkomsten samen opgeteld. Het totaal inkomen moet altijd onder de grensbedragen liggen. Overschrijdt het totaal inkomen van je kind het grensbedrag, dan zal je kind niet meer bij jou ten laste zijn.

Hoe worden deze berekend?

Belastbaar bedrag – vrijstelling (indien van toepassing. Inkomsten 2023: 3.190 euro) – forfaitaire kosten (20% van het brutobedrag – minimum 530 euro – of bewezen werkelijke kosten indien deze hoger zouden zijn).

Je kind mag geen bezoldigingen ontvangen die jij inbrengt als beroepskosten.

Wanneer je een eenmanszaak hebt en je kind werkt af en toe bij jou, dan moet je oppassen. Als je het loon van je kind aftrekt van jouw inkomsten, dan wordt dat gezien als een beroepskost. Hierdoor zal je kind niet meer ten laste zijn, ongeacht het bedrag van de nettobestaansmiddelen.

Een voorbeeld:

Tijdens de vakantie word je door jouw kind geholpen in de familiale bakkerij en je trekt zijn/ haar loon af van jouw inkomsten als beroepskosten. Vanaf dat moment is je kind niet meer ten laste.

Je kind mag als student-zelfstandige geen bezoldigingen van bedrijfsleiders verkrijgen.

Als je kind bezoldigingen van bedrijfsleiders verkrijgt die beroepskosten vormen van een vennootschap waarvan jij rechtstreeks of onrechtstreeks bedrijfsleider bent en waarover je controle uitoefent, dan mogen die bezoldigingen niet meer bedragen dan € 2000. Indien deze bezoldigingen toch meer bedragen dan € 2000, dan mogen ze maximum de helft van je totale inkomsten bedragen. Als deze laatste voorwaarde ook niet wordt voldaan, dan zal je kind niet meer bij jou ten laste zijn.

Nog vragen? Plan gerust een gesprekje in met één van onze experts!

‍